Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word boeg

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(voorsteven; steven)
🔗 Hij kon de naam op de boeg lezen.
have to deal with
🔗 We hebben een zware avond voor de boeg.
(boeilijn; boelijn)
🔗 Zo was daar bijvoorbeeld dat touw, op geregelde afstanden van dikke knopen voorzien en stevig aan de boegspriet vastgemaakt.

DutchEnglish
boeg bow; bows; stem
een schot voor de boeg a shot across the bows; a serious warning
het over een andere boeg gooien change one’s ground; shift one’s ground; change one’s tack; try another tack; tack
voor de boeg hebben have to deal with
wat we nog voor de boeg hebben what lies ahead of us; what is ahead
boeganker bower
boegbeeld figurehead
boeglijn bowline
boegspriet bowsprit
boegstuk knight‐head