Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bent
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(zijn) | ||
🔗 Hoe oud waart ge toen? | ||
(zijn; zitten) | ||
🔗 Welnu, het zij zo. | ||
(zijn) | ||
🔗 Hoe zou het geweest zijn als ik een dochter had gehad in plaats van een zoon? | ||
(wezen) | ||
🔗 Wie zijt ge? | ||
(wezen; zitten) | ||
🔗 Uw vader was in het leger? | ||
(wezen) | ||
🔗 Ze zijn hem te duur. | ||
🔗 Er zij licht. | ||
🔗 Het zij zo. |
Dutch | English |
---|---|
bent | ⇆ clique; ⇆ party; ⇆ set |
bentgenoot | ⇆ partisan; ⇆ fellow |
wezen | ⇆ animal; ⇆ be; ⇆ be‐all; ⇆ being; ⇆ entity; ⇆ essence; ⇆ essentiality; ⇆ essentialness; ⇆ existence; ⇆ nature; ⇆ substance |
zijn | ⇆ be; ⇆ entity; ⇆ exist; ⇆ existence; ⇆ go; ⇆ his; ⇆ its |