Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bekvechten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
squabble
;
kunbekiĝi
🔗 Jan Prins dacht enkele tellen na, en besloot toen om niet te gaan bekvechten.
(hakketakken; krakelen; hakketeren);
squabble
(snavel);
(muil)
jaws
;
muzzle
(mond)
(muil)
jaws
; ;
muzzle
(kampen; strijden; slag leveren);
contend
;
🔗 Kan hij niet vechten?
(knokken)
🔗 En geloof me, aan vechten zullen ze niet meer denken!

DutchEnglish
bekvechten spar; squabble; wrangle
bek beak; bill; bit; jaws; mouth; muzzle; neb; snout
vechten battle; campaign; combat; contend; do battle; fight; fighting; militate; tussle; scramble; scuffle; have a scrap