Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bedrijfsleider
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
manager | ||
🔗 De twee bedrijfsleiders komen me wel oprecht over. | ||
(beroep) | profession ; occupation ; vocation | |
(oorkonde; akte) | ; | |
(onderneming) | enterprise | |
🔗 Een groot deel van de boekjes werd binnen bedrijven verspreid. | ||
(voorman) | ||
🔗 Deze zevende man―dat was wel duidelijk―was de leider van het geheel. | ||
duct | ||
(aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdman) | ; ; ; ; | |
🔗 Nu was hij de echte leider van het avontuur geworden. |
Dutch | English |
---|---|
bedrijfsleider | ⇆ manager; ⇆ works manager |
bedrijf | ⇆ achievement; ⇆ act; ⇆ action; ⇆ business; ⇆ concern; ⇆ industry; ⇆ lawful occasions; ⇆ plant; ⇆ trade; ⇆ service; ⇆ deed; ⇆ working; ⇆ undertaking; ⇆ works |
leider | ⇆ boss; ⇆ captain; ⇆ chief; ⇆ conductor; ⇆ director; ⇆ executive; ⇆ guide; ⇆ head; ⇆ kingpin; ⇆ leader; ⇆ manager; ⇆ moderator; ⇆ protagonist; ⇆ spearhead |