Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word autopech

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
car breakdown
🔗 Midden in de woestijn krijgt hij autopech en dan volgt een gevecht op leven en dood met de nietsontziende boeven.
(automobiel);
🔗 Ze schonk geen aandacht aan de auto voordat hij stopte.
(tegenvaller; wanbof)
bad luck

DutchEnglish
autopech car breakdown
auto auto; automobile; car; motor; motor‐car
pech bad luck; break; contretemps; hard luck; mischance; tough luck; trouble; shame; ill fortune