Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aansturen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
make for | ||
🔗 Glawen stuurde het rubberbootje op de kust en de steiger aan. | ||
(zenden) | ||
🔗 We zullen iemand sturen. | ||
(besturen) | ; | |
🔗 De sturende heer bewolkte, en het was duidelijk dat een scherpe terechtwijzing hem op de tong lag. | ||
(zenden) | ||
🔗 Stuur ze deze twee hoofden, in een mooie kist. | ||
(verzenden; zenden) | ||
🔗 Ik stuur hem een telegram. |
Dutch | English |
---|---|
aansturen | ⇆ direct |
aansturen op | ⇆ aim at; ⇆ bear down on; ⇆ bear down upon; ⇆ head for; ⇆ head towards; ⇆ lead up to; ⇆ make for |
sturen | ⇆ channel; ⇆ con; ⇆ drive; ⇆ guide; ⇆ head; ⇆ pilot; ⇆ pilotage; ⇆ send; ⇆ steer; ⇆ sail; ⇆ turn |