Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanbevelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(recommanderen)
🔗 Tom Bombadil heeft haar aanbevolen.
(aanbevelenswaardig)
recommendable
rekomendinda
(aanbevelenswaard)
recommendable
rekomendinda
🔗 Deze wijze van handelen komt mij niet aanbevelenswaardig voor.
(aanvoeren; commanderen);
(gebieden; gelasten; verordenen; voorschrijven; verordonneren; ordonneren); ;
🔗 Ik beveel het, begrijp je?

DutchEnglish
aanbevelen commend; recommend
zich aanbevelen recommend oneself
zich aanbevolen houden voor solicit the favour of
aanbevelenswaard recommendable
aanbevelenswaardig recommendable
bevelen bid; command; decree; enjoin; ordain; order; tell; charge; commend