Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word Uitwijk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(emigreren; uittrekken)
emigrate
🔗 De rebellen van de zelfverklaarde Volksrepubliek Doneck bevestigden het vertrek en zeggen dat zij zijn uitgeweken naar het nabijgelegen Kramatorsʹk.

DutchEnglish
uitwijken dodge; emigrate; expatriate; go into exile; leave one’s country; make room; make way; pull out; sheer; turn aside