Synoniemen: mediteren, peinzen, prakkezeren, zinnen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈnadɛŋkə(n)/ |
---|
Afbreking | na·den·ken |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) denk na | (ik) dacht na |
(jij) denkt na | (jij) dacht na |
(hij) denkt na | (hij) dacht na |
(wij) denken na | (wij) dachten na |
(jullie) denken na | (jullie) dachten na |
(gij) denkt na | (gij) dacht na |
(zij) denken na | (zij) dachten na |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) nadenke | (dat ik) nadachte |
(dat jij) nadenke | (dat jij) nadachte |
(dat hij) nadenke | (dat hij) nadachte |
(dat wij) nadenken | (dat wij) nadachten |
(dat jullie) nadenken | (dat jullie) nadachten |
(dat gij) nadenket | (dat gij) nadachtet |
(dat zij) nadenken | (dat zij) nadachten |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
denk na | denkt na |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
nadenkend, nadenkende | (hebben) nagedacht |
Ja, ik heb veel nagedacht en veel is me duidelijk geworden.
We moeten hier eens rustig over nadenken.
Ik ga maar eens een eindje wandelen om erover na te denken.