Ynformaasje oer it wurd overgaan (Nederlânsk → Esperanto: avanci)

Synonimen: avanceren, oprukken, promotie maken

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈovərɣan/
Ofbrekingover·gaan

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) ga over(ik) ging over
(jij) gaat over(jij) ging over
(hij) gaat over(hij) ging over
(wij) gaan over(wij) gingen over
(jullie) gaan over(jullie) gingen over
(gij) gaat over(gij) gingt over
(zij) gaan over(zij) gingen over
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) overga(dat ik) overginge
(dat jij) overga(dat jij) overginge
(dat hij) overga(dat hij) overginge
(dat wij) overgaan(dat wij) overgingen
(dat jullie) overgaan(dat jullie) overgingen
(dat gij) overgaat(dat gij) overginget
(dat zij) overgaan(dat zij) overgingen
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
ga overgaat over
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
overgaand, overgaande(zijn) overgegaan

Oarsettingen

Dútskvorrücken; avancieren; befördert werden; aufrücken; vorankommen; Fortschritte machen
Esperantoavanci
Frânskavancer; avoir de l’avancement
Ingelskbe promoted
Portegeeskavançar
Spaanskascender; subir en categoría