Ynformaasje oer it wurd stoppen (Nederlânsk → Esperanto: konstipi)

Synonimen: constipatie veroorzaken, verstoppen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈstɔpə(n)/
Ofbrekingstop·pen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) stop(ik) stopte
(jij) stopt(jij) stopte
(hij) stopt(hij) stopte
(wij) stoppen(wij) stopten
(jullie) stoppen(jullie) stopten
(gij) stopt(gij) stoptet
(zij) stoppen(zij) stopten
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) stoppe(dat ik) stopte
(dat jij) stoppe(dat jij) stopte
(dat hij) stoppe(dat hij) stopte
(dat wij) stoppen(dat wij) stopten
(dat jullie) stoppen(dat jullie) stopten
(dat gij) stoppet(dat gij) stoptet
(dat zij) stoppen(dat zij) stopten
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
stoppend, stoppende(zijn) gestopt

Oarsettingen

Dútskstopfen; verstopfen; Verstopfung verursachen; Verstopfung verursachen bei
Esperantokonstipi
Ingelskconstipate
Portegeeskconstipar