Ynformaasje oer it wurd stoppen (Nederlânsk → Esperanto: halti)

Synonimen: afslaan, inhouden, blijven staan, blijven stilstaan, halt houden, stilhouden, stilstaan, tot stilstand komen, halt maken

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈstɔpə(n)/
Ofbrekingstop·pen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) stop(ik) stopte
(jij) stopt(jij) stopte
(hij) stopt(hij) stopte
(wij) stoppen(wij) stopten
(jullie) stoppen(jullie) stopten
(gij) stopt(gij) stoptet
(zij) stoppen(zij) stopten
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) stoppe(dat ik) stopte
(dat jij) stoppe(dat jij) stopte
(dat hij) stoppe(dat hij) stopte
(dat wij) stoppen(dat wij) stopten
(dat jullie) stoppen(dat jullie) stopten
(dat gij) stoppet(dat gij) stoptet
(dat zij) stoppen(dat zij) stopten
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
stopstopt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
stoppend, stoppende(zijn) gestopt

Foarbylden fan gebrûk

Ze stopten bij een monumentaal ijzeren hek, dat werd bewaakt door geüniformeerde soldaten met het wapen in de aanslag.
Eenmaal stopte hij om te luisteren maar hij hoorde niets.
Het voertuig stopte voor de dienstauto, juist toen de heer Dorknoper met de handen voor het gelaat naar buiten kwam snellen.
Laten we dan stoppen bij dat hotel daar!

Oarsettingen

Afrikaanskstilhou; tot stilstand kom
Deenskstandse
Dútskhalten; anhalten; Halt machen; stocken; stoppen; innehalten; stehenbleiben
Esperantohalti
Fereuersksteðga
Finskpysähtyä
Frânsks’arrêter
Ingelskhalt; stop
Italjaanskfermarsi
Katalaanskaturar‐se
Nederdútskstoppen
Papiamintskpara
Poalskzatrzymać się
Portegeeskdemorar‐se; deter‐se; parar
Sealterfryskanhoolde; hoolde; Hoold moakje
Spaanskdetenerse; parar
Taiskจอด; หยุด
Tsjechyskzastavit
Turkskdurmak
Welskaros