Ynformaasje oer it wurd verkiezen (Nederlânsk → Esperanto: elekti)

Synonimen: kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, uitzoeken

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vərˈkizə(n)/
Ofbrekingver·kie·zen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) verkies(ik) verkoos, verkoor
(jij) verkiest(jij) verkoos, verkoor
(hij) verkiest(hij) verkoos, verkoor
(wij) verkiezen(wij) verkozen, verkoren
(jullie) verkiezen(jullie) verkozen, verkoren
(gij) verkiest(gij) verkoost, verkoort
(zij) verkiezen(zij) verkozen, verkoren
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) verkieze(dat ik) verkoze, verkore
(dat jij) verkieze(dat jij) verkoze, verkore
(dat hij) verkieze(dat hij) verkoze, verkore
(dat wij) verkiezen(dat wij) verkozen, verkoren
(dat jullie) verkiezen(dat jullie) verkozen, verkoren
(dat gij) verkiezet(dat gij) verkozet, verkoret
(dat zij) verkiezen(dat zij) verkozen, verkoren
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
verkiesverkiest
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
verkiezend, verkiezende(hebben) verkozen, verkoren

Foarbylden fan gebrûk

Maar Gandalf verkoos zelf mee te gaan en hij was de eerste die wij verloren.
U heeft verkozen als advocaat voor uzelf op te treden.

Oarsettingen

Afrikaanskkies; verkies
Deenskvælge
Dútskwählen; auswählen; erwählen; aussuchen; auserwählen; eine Auswahl treffen
Esperantoelekti
Fereuerskkjósa; velja
Finskvalita
Frânskadopter; choisir; désigner; opter
Fryskferkieze; kieze
Hongaarskválaszt
Ingelskchoose; elect
Ingelsk (Aldingesk)ceosan
Italjaanskeleggere; scegliere
Jiddyskאױסקלײַבן
Katalaanskelegir; triar
Latynoptare
Maleiskmemilih; pilih
Papiamintskeligí; eskohé; kis; skohe
Poalskwybierać; wybrać
Portegeeskdesignar; eleger; escolher; nomear; optar
Roemeenskalege
Russyskвыбирать; выбрать
Sealterfryskuutköäre; uutwääle; wääle; wäälje
Spaanskelegir; escoger
Sweedskkora
Taiskเหลิอก
Tsjechyskvolit; vybírat; vybrat; vybrat si; zvolit
Turkskseçmek