Ynformaasje oer it wurd verkiezen (Nederlânsk → Esperanto: preferi)

Synonimen: de voorkeur geven aan, er de voorkeur aan geven, optéren, prefereren, voortrekken

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vərˈkizə(n)/
Ofbrekingver·kie·zen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) verkies(ik) verkoos, verkoor
(jij) verkiest(jij) verkoos, verkoor
(hij) verkiest(hij) verkoos, verkoor
(wij) verkiezen(wij) verkozen, verkoren
(jullie) verkiezen(jullie) verkozen, verkoren
(gij) verkiest(gij) verkoost, verkoort
(zij) verkiezen(zij) verkozen, verkoren
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) verkieze(dat ik) verkoze, verkore
(dat jij) verkieze(dat jij) verkoze, verkore
(dat hij) verkieze(dat hij) verkoze, verkore
(dat wij) verkiezen(dat wij) verkozen, verkoren
(dat jullie) verkiezen(dat jullie) verkozen, verkoren
(dat gij) verkiezet(dat gij) verkozet, verkoret
(dat zij) verkiezen(dat zij) verkozen, verkoren
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
verkiesverkiest
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
verkiezend, verkiezende(hebben) verkozen, verkoren

Foarbylden fan gebrûk

Een groeiende groep vakantiegangers verkiest traditionele toeristenplaatsen.
Misschien dat we verkiezen hier te blijven.

Oarsettingen

Deenskforetrække
Dútskbevorzugen; den Vorzug geben; vorziehen
Esperantopreferi; pli ŝati
Fereuerskvelja; vilja heldur
Finskpitää parempana
Frânskaimer mieux; préférer
Hongaarskpreferál
Ingelskprefer
Jamaikaansk Kreoolskprifa
Katalaanskpreferir
Latynmalle
Maleisklebih suka
Nederdútskprefereren
Papiamintskpreferá
Poalskwoleć
Portegeeskgostar mais de; preferir
Roemeenskprefera
Sealterfryskljauer hääbe
Spaanskpreferir
Taiskนิยม
Tsjechyskdávat přednost