Information about the word verzinnen (Dutch → Esperanto: fikcii)

Synonym: verdichten

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈzɪnə(n)/
Hyphenationver·zin·nen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verzin(ik) verzon
(jij) verzint(jij) verzon
(hij) verzint(hij) verzon
(wij) verzinnen(wij) verzonnen
(jullie) verzinnen(jullie) verzonnen
(gij) verzint(gij) verzont
(zij) verzinnen(zij) verzonnen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verzinne(dat ik) verzonne
(dat jij) verzinne(dat jij) verzonne
(dat hij) verzinne(dat hij) verzonne
(dat wij) verzinnen(dat wij) verzonnen
(dat jullie) verzinnen(dat jullie) verzonnen
(dat gij) verzinnet(dat gij) verzonnet
(dat zij) verzinnen(dat zij) verzonnen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verzinverzint
Participles
Present participlePast participle
verzinnend, verzinnende(hebben) verzonnen

Usage samples

Het kan natuurlijk zijn dat je het allemaal hebt verzonnen, maar jullie komt een avondmaal toe voor dit verhaal.

Translations

Esperantofikcii