Information about the word komen (Dutch → Esperanto: veni)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈkomə(n)/
Hyphenationko·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(het) komt(het) kwam
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat het) kwame(dat het) kwame
Past participle
(zijn) gekomen

Usage samples

Twee kapiteins op een schip, daar komt ellende van.

Translations

Esperantoveni
West Frisiankomme