Information über das Wort stilzwijgen (Niederländisch → Esperanto: silenti)

Synonyme: er het zwijgen toe doen, zich stilhouden, zijn mond houden, zwijgen

WortartVerb
Aussprache/ˈstɪlzʋɛi̯ɣə(n)/
Trennungstil·zwij·gen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) zwijg stil(ik) zweeg stil
(jij) zwijgt stil(jij) zweeg stil
(hij) zwijgt stil(hij) zweeg stil
(wij) zwijgen stil(wij) zwegen stil
(jullie) zwijgen stil(jullie) zwegen stil
(gij) zwijgt stil(gij) zweegt stil
(zij) zwijgen stil(zij) zwegen stil
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) stilzwijge(dat ik) stilzwege
(dat jij) stilzwijge(dat jij) stilzwege
(dat hij) stilzwijge(dat hij) stilzwege
(dat wij) stilzwijgen(dat wij) stilzwegen
(dat jullie) stilzwijgen(dat jullie) stilzwegen
(dat gij) stilzwijget(dat gij) stilzweget
(dat zij) stilzwijgen(dat zij) stilzwegen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
zwijg stilzwijgt stil
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
stilzwijgend, stilzwijgende(hebben) stilgezwegen

Übersetzungen

Albanischhesht
Dänischtie
Deutschschweigen
Englischbe quiet; hold one’s tongue; be silent
Englisch (Altenglisch)swigian
Esperantosilenti
Färöerischtiga
Finnischvaieta
Französischse taire
Italienischtacere
Katalanischcallar
Portugiesischcalar‐se
Saterfriesischswiegje
Schwedischtiga
Spanischcallarse
Sranantantiri