Informasie oor die woord houden (Nederlands → Esperanto: teni)

Sinonieme: bijhouden, vasthouden, voeren, huldigen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɦɑu̯də(n)/, /ˈɦɑu̯ʋə(n)/
Afbrekinghou·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) hou, houd(ik) hield
(jij) houdt(jij) hield
(hij) houdt(hij) hield
(wij) houden(wij) hielden
(jullie) houden(jullie) hielden
(gij) houdt(gij) hieldt
(zij) houden(zij) hielden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) houde(dat ik) hielde
(dat jij) houde(dat jij) hielde
(dat hij) houde(dat hij) hielde
(dat wij) houden(dat wij) hielden
(dat jullie) houden(dat jullie) hielden
(dat gij) houdet(dat gij) hieldet
(dat zij) houden(dat zij) hielden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hou, houdhoudt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
houdend, houdende(hebben) gehouden

Voorbeelde van gebruik

Een van hen hield een stok in zijn hand, waaraan haken waren bevestigd.
Ik reed Oakhurst uit, gezeten op de bok naast Paloma, die de teugels hield.
Hij maakte de hond los en hield hem aan de lijn naast zich.

Vertalinge

Afrikaanshou
Deensbevare; holde
Duitshalten; aufhalten; verhalten
Engelshold; retain; keep; maintain; have
Engels (Ou Engels)healdan
Esperantoteni
Faroëeshalda; taka um
Finspitää
Franstenir
Hongaarstartani
Italiaanstenere
Jamaikaanse Patoisuol
Jiddisjהאַלטן
Katalaansaguantar; mantenir; retenir; sostenir; suportar; tenir
Latynhabere; tenere
Luxemburgshalen
Maleismemegang; pegang
Noorsholde
Papiamentsnister; tene
Poolstrzymać
Portugeesconservar; guardar; manter; segurar; sustenar; ter
Roemeensține
Russiesдержать
Saterfriesaphoolde; hoolde
Skotskeep
Skots-Gaeliescum; cùm
Spaanstener
Srananori
Sweedsbehålla; hålla
Thaiเก็บ; เก็บไว้; ถือ; จับไว้
Tsjeggiesdržet
Turkstutmak
Wes‐Frieshâlde