Informasie oor die woord starten (Nederlands → Esperanto: komenci)

Sinonieme: aanbinden, aanpakken, aanvaarden, aanvangen, beginnen, beginnen aan, beginnen met, ter hand nemen, inzetten, overgaan tot, een begin maken met

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstɑrtə(n)/
Afbrekingstar·ten

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) start(ik) startte
(jij) start(jij) startte
(hij) start(hij) startte
(wij) starten(wij) startten
(jullie) starten(jullie) startten
(gij) start(gij) starttet
(zij) starten(zij) startten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) starte(dat ik) startte
(dat jij) starte(dat jij) startte
(dat hij) starte(dat hij) startte
(dat wij) starten(dat wij) startten
(dat jullie) starten(dat jullie) startten
(dat gij) startet(dat gij) starttet
(dat zij) starten(dat zij) startten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
startstart
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
startend, startende(zijn) gestart

Voorbeelde van gebruik

De politie in Geldrop is een onderzoek gestart nadat een auto in de nacht van zondag op maandag is ontploft.

Vertalinge

Afrikaansbegin
Deensbegynde
Duitsanbrechen; anfangen; beginnen; den Anfang machen; antreten; ergreifen; starten
Engelsstart
Engels (Ou Engels)beginnan
Esperantokomenci
Faroëesbyrja
Finsalkaa; aloittaa
Fransaborder; commencer
Italiaanscominciare
Jiddisjאָנהײבן
Katalaanscomençar
Nederduitsbeginnen; starten
Noorsbegynne
Papiamentsinisiá; kuminsá
Poolszaczynać
Portugeescomeçar; iniciar
Roemeensîncepe; porni
Saterfriesbeginne; ounbreeke; ounfange; ounfoatje
Spaanscomenzar
Srananbigin
Sweedsbegynna; börja
Thaiเริ่ม
Tsjeggiespočínat; počít; začínat; začít; zahájit
Turksbaşlamak
Wes‐Friesbegjinne; oanfange; oangean; oanpakke
Yslandsbyrja