Informasie oor die woord geben (Duits → Esperanto: atribui)

Sinonieme: beimessen, zuschreiben, zuteilen, übertragen, zueignen, zurückführen

Uitspraak/ˈɡeːbən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ich) gebe(ich) gab
(du) gibst(du) gabst
(er) gibt(er) gab
(wir) geben(wir) gaben
(ihr) gebt(ihr) gabt
(sie) geben(sie) gaben
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ich) gebe(ich) gäbe
(du) gebest(du) gäbest
(er) gebe(er) gäbe
(wir) geben(wir) gäben
(ihr) gebet(ihr) gäbet
(sie) geben(sie) gäben
Gebiedende wys
(du) gib
(ihr) gebt
geben Sie
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
gebend(haben) gegeben

Vertalinge

Afrikaanstoeskryf
Engelsaccredit; ascribe; assign
Esperantoatribui
Faroëeskanna
Fransattribuer
Nederlandstoedichten; toeschrijven; nageven
Portugeesatribuir; conferir; imputar; julgar
Saterfriesbiemeete; touschrieuwe; touskrieuwe
Spaansachacar; atribuir
Turksatfetmek