Nederlânsk–Frysk wurdboek
Fryske oersetting fan it Nederlânske wurd vrij
Nederlânsk | Frysk (net rjochtstreeks oerset) | Esperanto |
---|---|---|
(aardig; tamelijk; redelijk) | aardich | |
🔗 Misschien maak ik daarom een vrij goedhartige indruk. | ||
(los; op vrije voeten) | frij | |
🔗 Een 58‐jarige vrouw uit Langenboom, die wordt verdacht van mishandeling van een aantal pleegkinderen, is weer vrij. | ||
(gratis; kosteloos) | ||
(vrij) | frij | |
🔗 In de toekomst zal ik Ulsenn als een onverantwoordelijke dwaas behandelen, maar hij kan op vrije voeten blijven zolang hij ons niet in gevaar brengt. | ||
vrije tijd | fakânsje | |
(onbelastbaar) | belestingfrij | |
(afhelpen; loslaten; verlossen; vrijmaken) | befrije ; ferlosse ; frijlitte | |
🔗 Ik moet hem bevrijden en dan moeten we hier zo vlug mogelijk vandaan! | ||
(herbergzaam) | ||
🔗 Maar de oude dame die hem opendeed, maakte geen erg gastvrije indruk. | ||
(onvruchtbaar; steriel) | steryl | sterila |
(het hof maken; verkering hebben) | ferkearing hawwe | |
feint ; frijfeint | ||
🔗 „Natuurlijk,” zei hij, „anders was ik geen vrijgezel.” | ||
(afkopen; loskopen) | ôfkeapje | |
🔗 Hij zou zijn geld moeten besteden aan het vrijkopen van krijgsgevangen in plaats van aan hoeren en snoeren! | ||
(bevrijden; loslaten; verlossen) | befrije ; ferlosse ; frijlitte | |
🔗 Dus, meisje, Barbayat weet hoe de ziel kan worden vrijgemaakt van het lichaam. | ||
vrijplaats (asiel; toevluchtsoord) | ||
vrijstaat (republiek) | ||