Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord zijn tijd vooruit zijn
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 De tijd heelt alle wonden. | ||
| (wijle; poos) | ; | |
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee. | ||
| (wijl) | ; | |
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd. | ||
| (tijdsduur) | ; | |
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen. | ||
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden. | ||
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. | ||
🔗 Daar had hij geen tijd voor. | ||
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden. | ||
| (naar voren; voorover; voort; voorwaarts) | ; ; ; onward | |
🔗 Langzaam kropen wij vooruit. | ||
away we go ; let’s start ; let’s go ; | ek | |
| (van tevoren) | beforehand | |
🔗 Zoiets kon je nooit vooruit zeggen. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| zijn tijd vooruit zijn | ⇆ be ahead of one’s time; ⇆ be ahead of one’s times |
| tijd | ⇆ age; ⇆ day; ⇆ days; ⇆ period; ⇆ time; ⇆ space; ⇆ tense; ⇆ tide; ⇆ while; ⇆ season; ⇆ stretch |
| vooruit | ⇆ ahead; ⇆ before; ⇆ beforehand; ⇆ fore; ⇆ forward; ⇆ forwards; ⇆ in advance; ⇆ in advance of; ⇆ in anticipation; ⇆ onward; ⇆ onwards; ⇆ up‐front |