Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord ziek

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(krank; naar);
🔗 Hij schijnt ziek te zijn.
affected by nematodes
malsana per nematodoj
(vitterig)
censorious
(koket)
coquettish
coquettish
plaĉema
meddlesome
enmiksiĝema
indescreet
mortally ill
morte malsana
🔗 Het hele gezin stond verslagen rond een doodzieke koe.
(dwepend; fanatiek)
fanatical
;
fanatic
(geestelijk gestoord)
insane
(kribbig; ruzieachtig; twistziek)
confrontational
;
contentious
;
aermalsana
lunatic
lunatika
(moordlustig)
bloodthirsty
;
(roofachtig; roofziek; roofzuchtig; roofgierig)
accipitral
rabema
(pronkerig; pronkziek)
showy
;
paradema
(babbelziek; praatgraag)
talkative
🔗 Waarom ben je zo praatziek?
(praalziek; pronkerig)
showy
;
paradema
(roofachtig; roofzuchtig; roofgierig)
accipitral
rabema
spilziek
(verkwistend)
prodigal
malŝparema
spotziek
scornful
mokema
twistziek
(kribbig)
contentious
;

NederlandsEngels
ziek bad; diseased; ill; infirm; sick
zich ziek melden report sick
aaltjesziek affected by nematodes
bedilziek censorious
behaagziek coquettish
bemoeiziek interfering; meddlesome; meddling; officious
doodziek mortally ill
dweepziek bigoted; fanatic; fanatical; gushingly enthusiastic
familieziek clannish
geestesziek mentally ill; mentally sick
genotziek pleasure‐loving
kijfziek shrewish
koopziek eager to buy
luchtziek airsick
maanziek moon‐struck; lunatic
manziek man‐crazy; nymphomaniac
plaagziek malicious; fond of teasing
praalziek ostentatious; ostentatiously; fond of display
praatziek garrulous; gossipy; mouthy; talkative; garrulously; loquacious
pronkziek ostentatious; ostentatiously
reisziek travel‐sick
roofziek rapacious
spilziek wasteful; prodigal
spotziek flippant; mocking; scoffing
stoeiziek playful; frisky; frolicsome
suikerziek diabetic
twistziek argumentative; contentious; disputatious; disputative; perverse; pugnacious; quarrelsome; cantankerous
vernielziek destructive; ruinous
vraagziek inquisitive
wagenziek carsick; travel‐sick; trainsick
zeeziek seasick; sick
zenuwziek neurasthenic