Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord woonwagenbewoner

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
woonwagenbewoner
<inhabitant of a trailer camp>
compatriot
(inwoner); ;
denizen
🔗 Gelukkig, het ziet ernaar uit dat de bewoner thuis is.

NederlandsEngels
woonwagenbewoner <inhabitant of a trailer camp>
bewoner denizen; dweller; habitant; inhabitant; occupant; occupier; resident; tenant; inmate
woonwagen caravan; gypsy‐cart; mobile home; living‐waggon