Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord vuurplaats
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(haard; haardstede; vuurhaard) | hearth | |
🔗 Toen hij hem overgelezen had, wierp hij hem in de lege vuurplaats, hield er een lucifer bij en keek toe hoe de velletjes opvlamden, kromtrokken en verkoolden. | ||
(boerderij; hoeve) | ||
🔗 Zijn zoon, Magnus genaamd, erfde de plaats van zijn vader. | ||
(lokatie; plek; gelegenheid) | ; locale | |
🔗 Ongeveer veertig jaar geleden was dit de plaats waar het vuilnis van Andijk en omgeving werd gestort. | ||
(binnenplein; erf; hof) | ; ; | |
locus | ||
(ambt; baan; betrekking) | ; ; | |
(ambt; baan; betrekking; post) | ; ; ; | |
; townlet | ||
; | ||
🔗 Staatsbosbeheer vermoedt dat wolf een vrouwtje is dat eerder werd gesignaleerd in de Duitse plaats Nordhorn. | ||
(lokatie; oord; plek; stee) | ; ; ; | |
🔗 Ik zocht op de verkeerde plaats naar informatie. | ||
(ruimte) | ; | |
🔗 Weldra hadden ze er dertien gevonden waarin genoeg plaats was voor een dwerg. | ||
(positie) | ||
🔗 Herlings eindigde eerder deze maand bij de seizoensopener in Argentinië op de tweede plaats. | ||
🔗 De drie reizigers gingen bij het vuur zitten. | ||
(gloed) | glow ; ; | |
🔗 „Ketterij”, zei Traz Onmale, maar zonder veel vuur. | ||
🔗 Van vuur zijn ze niet bang. | ||
(ambitie; ijver) | ; | |
(vlam) | ||
(heftigheid; onstuimigheid) | impetus ; ; ; | |
(gloed; pit; pittigheid; verve) | verve ; ; | |
🔗 In het vuur van hun gesprek hadden de beide heren niet op de omgeving gelet, en daardoor was het hun ontgaan dat er door het luchtruim een ballon naderde. |
Nederlands | Engels |
---|---|
vuurplaats | ⇆ fireplace |
plaats | ⇆ court; ⇆ courtyard; ⇆ locale; ⇆ locality; ⇆ location; ⇆ locus; ⇆ opening; ⇆ place; ⇆ position; ⇆ quarters; ⇆ seat; ⇆ room; ⇆ space; ⇆ venue; ⇆ yard; ⇆ spot; ⇆ station; ⇆ stead; ⇆ scene; ⇆ situation; ⇆ farm; ⇆ post; ⇆ office; ⇆ living; ⇆ village square; ⇆ storage room; ⇆ shelter |
vuur | ⇆ ardency; ⇆ ardour; ⇆ bonfire; ⇆ dry‐rot; ⇆ eagerness; ⇆ fervency; ⇆ fire; ⇆ flame; ⇆ glow; ⇆ heat; ⇆ ingle; ⇆ mettle; ⇆ élan; ⇆ verve; ⇆ zeal; ⇆ spirit; ⇆ rot; ⇆ vim |