Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord verleren
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(afleren) | unlearn | mallerni |
🔗 Wessel toonde dat hij het boerenwerk niet verleerd was. | ||
🔗 Dat heeft mijn vader mij geleerd en daar houd ik mij aan. | ||
(bijbrengen; onderrichten; onderwijs geven; onderwijzen) | ||
🔗 En zou je me dan magie leren? | ||
(aanleren) | ||
🔗 Ik moet hun taal leren spreken. | ||
(onderwijzen) | ||
🔗 We zullen hem leren dat men in dit land zachtmoedig en aardig tegen zijn naaste moet zijn! | ||
(lederen) | ||
🔗 Een lang zwaard hing in een leren schede aan zijn gordel. | ||
🔗 Dat heb ik van jou geleerd, pa. | ||
(bijbrengen) | ||
🔗 Hij herinnerde zich het rijm dat Tom hem had geleerd. | ||
🔗 Recente gebeurtenissen hebben ons geleerd dat wat de ene dag nog ondenkbaar is, de volgende dag realiteit kan zijn. | ||
🔗 Hij heeft ons zwemmen geleerd. |
Nederlands | Engels |
---|---|
verleren | ⇆ unlearn |
leren | ⇆ con; ⇆ learn; ⇆ leathern; ⇆ teach |