Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitkoken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(zieden);
🔗 ’t Water kookt.
🔗 Het water zal hier wel te drinken zijn als we het koken.
🔗 Vanavond kook jij voor ons.
kuiriĝi
cooking
🔗 Daarnaast is koken altijd al een grote hobby geweest.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

NederlandsEngels
uitkoken blanch; boil; scald
koken boil; boiling; churn; cook; cooking; do; fume; seethe
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
uitgekookt cool; shrewd; crafty; thorough‐paced