Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitbesteden
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(spenderen; uitgeven; verteren) | ; expend | |
(doorbrengen) | ||
🔗 De hele ochtend en een deel van de middag werden aan dit werk besteed. | ||
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitbesteden | ⇆ boarding‐out; ⇆ board out; ⇆ contract; ⇆ farm out; ⇆ place out; ⇆ put out; ⇆ put out to board; ⇆ put out to contract; ⇆ put out to nurse |
besteden | ⇆ bestow; ⇆ employ; ⇆ expend; ⇆ lay out; ⇆ spend; ⇆ spending; ⇆ pay |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |