Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord stemmen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(balloteren; kiezen); ;
ballot
🔗 Ga je weer stemmen, pa?
;
voting
;
(zich onthouden)
🔗 Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen stemde 44 procent van de inwoners blanco.
vote for
baloti por
🔗 Onder dwang stemmen de inwoners voor Putin.
(verblijden; verheugen)
make glad
; ;
delight
🔗 Mijn terugkomst heeft niemand tot blijdschap gestemd.
(aanpassen; in overeenstemming brengen)
(verwerpen)
reject
;
malakcepti voĉdone
sintonizi
;
tune in
;
samopinii
🔗 Het meisje stemde met hem in.
(accorderen; het eens zijn; kloppen; samengaan);
(accorderen; het eens worden)
🔗 Zijn gepraat werd overstemd door een luide plons.
🔗 De stem komt mij bekend voor.
🔗 Geef jij me jouw stem?
ballot paper
;
voting‐paper
ballot‐box
🔗 In Jemen gaat de bevolking dinsdag naar de stembus voor de verkiezing van een nieuwe president.
stemmer
stemmer
voter
stemsleutel
(diapason)
tuning‐fork
;
diapason
assent
assent
🔗 „Ik weet het, mevrouw”, stemde de staatsman toe.
voorstemmen
(afstemmen; verwerpen)
reject
;
malakcepti voĉdone
🔗 Als de deal weer wordt weggestemd, zal het Britse lagerhuis de volgende dag opnieuw moeten stemmen.

NederlandsEngels
stemmen ballot; dispose; divide; key; key the strings; pass; pitch; poll; tone; tune; tune up; voice; vote; voting
blanco stemmen abstain
met de voeten stemmen vote with one’s feet
over iets stemmen put something to the vote; vote upon something
stemmen over vote upon; divide on
stemmen tegen vote against
stemmen voor vote; vote for; vote in favour of
tot dankbaarheid stemmen inspire to gratitude
voor stemmen be for it
afstemmen attune; tune; reject; tune in; syntonize; vote down
gestemd disposed; tuned; in tune; tuned up
herstemmen vote again
instemmen acquiesce
ontstemmen jangle; untune; put out of tune; put out; displease; go out of tune
overeenstemmen accord; agree; coincide; comport; concur; consort; convene; correspond; harmonize; quadrate; tally
overstémmen drown; drown out; outvote; overrule; vote down
óverstemmen tune again; vote again; re‐vote
samenstemmen tune; harmonize; chime together
stem call; part; voice; vote; suffrage
stembiljet ballot paper; voting‐paper
stembriefje ballot; ballot‐paper; vote
stembureau poll; polling station; polling booth
stembus ballot‐box; poll
stemgerechtigd qualified to vote; entitled to a vote; entitled to the vote; enfranchised
stemhamer tuning‐hammer
stemlokaal polling booth; polling station
stemmer tuner; voter
stemplicht compulsory voting
stemrecht ballot; franchise; suffrage; vote; right to vote; voting rights
stemsleutel tuning‐key
stemvee voting mob
stemvork tuning‐fork
tegenstemmen vote against
toestemmen acquiesce; assent; consent; grant
voorstemmen vote for it
wegstemmen vote out