Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord samengroeien

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(aangroeien; stijgen; toenemen);
increase
(aangroeien; toenemen; groter worden)
increase
;
vegeti
🔗 Tegen de laagste, buitenste muur groeide dicht struikgewas.
(toenemen; aanwassen; wassen)
🔗 Puc was gegroeid in het afgelopen jaar, maar hij was nog steeds klein.
🔗 Ze groeien op de berg.
(toenemen)
(tezamen)
jointly
;
🔗 Die mensen doen werkelijk alles samen.
(aaneen; bijeen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk)
🔗 Wie had Charles en Allen ooit samen gezien?

NederlandsEngels
samengroeien coalesce; coalescence; grow into one; grow together
groeien grow; increase
samen together; in tandem
samengroeiing concretion; growing together