Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord reisverhaal

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
reis
(tocht; toer; trip); ;
🔗 Ik hoop dat u een prettige reis hebt gehad.
(keer; maal)
🔗 Na elkaar herhaalde reizen gezondheid te hebben toegewenst en onder belofte van briefwisseling, namen wij afscheid.
(geschiedenis; historie);
🔗 Mijn man heeft me het hele verhaal verteld.
(relaas; vertelling; vertelsel); ; ;
🔗 Hij luisterde beleefd naar mijn verhaal en gaf verder geen commentaar.

NederlandsEngels
reisverhaal account of a journey; account of a voyage
reis bout; journey; progress; travel; trip; voyage; run; tour; travelling; time
verhaal history; narration; narrative; relation; remedy; story; tale; spiel; telling; account; recital; redress; appeal