Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord openhartigheid
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
frankness ; openness | ||
🔗 Ik verheug mij over uw openhartigheid. | ||
| (oprechtheid; rondborstigheid; trouwhartigheid) | ||
🔗 „Ik heb geleerd”, zei Reith, „dat openhartigheid problemen geeft.” | ||
| (rondborstig; oprecht) | ||
🔗 Ik had niet verwacht dat je zo openhartig zou zijn. | ||
| (eerlijk; oprecht; ronduit) | genuinely ; sincerely ; | |
🔗 Ik geloof u en ik zal openhartig met u spreken. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| openhartigheid | ⇆ candidness; ⇆ candour; ⇆ directness; ⇆ frankness; ⇆ freeness; ⇆ ingenuousness; ⇆ open‐heartedness; ⇆ openness; ⇆ outspokenness; ⇆ plainness; ⇆ plain speak |
| openhartig | ⇆ above‐board; ⇆ bluff; ⇆ candid; ⇆ communicative; ⇆ confiding; ⇆ explicit; ⇆ forthright; ⇆ frank; ⇆ frankly; ⇆ heart‐to‐heart; ⇆ ingenuous; ⇆ open; ⇆ open‐hearted; ⇆ outspoken; ⇆ plain; ⇆ plain‐spoken; ⇆ unreserved; ⇆ straight |