Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord ongerustheid

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(bezorgdheid);
disquiet
;
unease
;
🔗 Zijn ongerustheid viel te begrijpen.
(bang; onrustig; bezorgd);
troubled
;
🔗 En reeds begon hij zich ernstig ongerust te maken, toen hij op een nacht wakker schrok van een zacht klopje.
(bezorgd); ; ;
turbulently
🔗 De barbaar keek ongerust om zich heen.
(bekommerd; bezorgd; zorgelijk)
(bekommerd; bezorgd; zorgelijk)

NederlandsEngels
ongerustheid alarm; anxiety; disquiet; disquietude; fret; inquietude; unease; uneasiness; worry
ongerust anxious; troubled; uneasy