Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord anxious

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(agitated; troubled; restless; uneasy; unquiet; unsettled; restive); ;
sopiranta
🔗 I am anxious to get back to my aunt and uncle, for I am sure they will worry about me.
(worried); ; ;
(afraid; timid; fainthearted; pusillanimous; shy; timorous)
deziranta
🔗 I for one am anxious to gain your favourable opinion.
(greedy; eager; avid; covetous)
🔗 You are anxious for a career.
be anxious about
(begrudge; think a pity; be concerned for; fear for; spare)
;
het jammer vinden van
; ;
bezorgd zijn om
(restlessly; roughly; turbulently);
🔗 “Is he a good man?” inquired the girl anxiously.
; ; ; ;

EngelsNederlands
anxious angstig; angstwekkend; bang; begerig; bekommerd; benauwd; bezorgd; nauwlettend; ongerust; verlangend; zorgelijk
anxious about bezorgd over; bezorgd voor; ongerust over
anxious for begerig naar; verlangend naar
anxious to verlangend om te
anxious to know nieuwsgierig te horen
be anxious about zich bekommeren om; zich bekommeren over; zich bekreunen om
be anxious to ernaar verlangen om; prijs stellen op
become anxious about zich ongerust maken over
anxiously bang; met smart