Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord ongeloof
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
disbelief | ||
🔗 Reiths mond viel open van ongeloof. | ||
| ; | ||
🔗 In die jaren was er al niet zoveel meer van mijn geloof over. | ||
| (godsdienst; religie) | ||
🔗 Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duvel tussen. | ||
| (ongelooflijk) | incredible ; unbelievable | |
🔗 George haalde een vulpen voor de dag en begon met ongelofelijke snelheid te schrijven. | ||
incredibly | ||
🔗 Je bent ongelofelijk knap! | ||
| (ongelofelijk) | incredible ; unbelievable | |
🔗 Het is ongelooflijk welk een stank zulke enorme, ontbindende vleesmassa’s verspreiden. | ||
incredible | ||
🔗 Cooks ongeloofwaardige verhaal over de doden in de mijnen was geen verzinsel geweest. | ||
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| ongeloof | ⇆ disbelief; ⇆ unbelief |
| geloof | ⇆ belief; ⇆ trust; ⇆ credence; ⇆ credit; ⇆ creed; ⇆ faith; ⇆ persuasion; ⇆ religion |
| ongelofelijk | ⇆ past belief; ⇆ incredible; ⇆ steep; ⇆ unbelievable; ⇆ beyond belief; ⇆ past all belief |
| ongelooflijk | ⇆ beyond belief; ⇆ incredible; ⇆ past all belief; ⇆ unbelievable; ⇆ past belief |
| ongeloofwaardig | ⇆ not deserving belief; ⇆ incredible |