Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord onderscheiden

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
decorate
(onderkennen; onderscheid maken)
distinguish
;
differentiate
; ;
discriminate
;
🔗 Men onderscheidt edele en onedele metalen.
(verschil)
🔗 Ik maak daarin geen onderscheid.
(diakritisch)
diacritic
distinctive
(decoratie; ridderorde; versiering)
;
differentiation
;
discrimination
peculiarity
differentiation
get a divorce
;
divorce
🔗 Zal Caroline het je lastig maken als ze hoort dat je wilt gaan scheiden?
get a divorce
eksedziniĝi
🔗 Voormalig K3‐zangeres Karen Damen gaat scheiden van haar man Antony Van der Wee.
🔗 Hij keek haastig over zijn schouder en schatte de afstand die hem nog van de Frisco scheidde.
(afscheiden; afzonderen; schiften)
divide
; ;
🔗 Het is nauwelijks mogelijk om jou van hem te scheiden, zelfs wanneer hij naar een geheime vergadering wordt geroepen en jij niet.
(uiteengaan)
demarcate
;
divide
;
dislimi
divide
; ;
🔗 Dan scheiden wij bij Sheffield en die stad krijgen wij over een half uur in zicht.

NederlandsEngels
onderscheiden asunder; award; descry; different; differentiate; discern; discriminate; distinct; distinguish; diverse; make out; mark; mark off; mark out; set; signalize; single out; tell; various
onderscheiden in distinguish into
onderscheiden van discriminate from; mark off from; set from; distinguish from; tell from
zich onderscheiden differentiate; distinguish oneself; make one’s mark; make oneself prominent; make oneself remarkable; stand out; signalize oneself
onderscheid contradistinction; difference; discrimination; distinction
onderscheidend diacritic; discretive; discriminative; distinctive
onderscheidenlijk respectively
onderscheiding award; decoration; differentiation; discernment; discrimination; distinction; honour
scheiden abstract; come away; decompose; demarcate; detach; disassociate; disconnect; disengage; disengagement; disjoin; dissever; dissociate; dissolve; disunite; divide; divorce; get a divorce; part; part company; sunder; separate; sever