Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord obligatiehandel
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(affaire; koopmanschap; negotie; nering) | ; commerce ; trade | |
🔗 Misschien dat ik een kleine handel opzet in noten en wilde honing. | ||
(handeldrijven) | trading | |
🔗 ’t Gaat al aardig met de handel, waar? | ||
; debenture | ||
🔗 Ik had Duitse en Italiaanse obligaties, die nu waardeloos zijn. |
Nederlands | Engels |
---|---|
handel | ⇆ business; ⇆ commerce; ⇆ trade; ⇆ trading; ⇆ traffic |
obligatie | ⇆ bond; ⇆ debenture |
Het woord obligatiehandel kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.