Informatie over het woord obligatie (Nederlands → Esperanto: obligacio)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/obliˈɣa(t)si/
Afbrekingobli·ga·tie
Geslachtvrouwelijk
Meervoudobligaties

Voorbeelden van gebruik

Ik had Duitse en Italiaanse obligaties, die nu waardeloos zijn.
Moody’s was vorig jaar kritisch over de Deense markt voor door hypotheken gedekte obligaties.

Vertalingen

DuitsObligation; Schuldverschreibung; Verpflichtung
Engelsbond; debenture
Esperantoobligacio
SaterfriesFerplichtenge; Obligation
Spaansobligación