Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord matheid

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
matheid (moeheid; vermoeidheid; vermoeienis)	weariness	laceco
matheid	languor	langvoro
mat (moe; moede; vermoeid)	tired ; weary	laca
🔗 Heer Bommel voelde zich enigszins mat.
mat (dof)	dull	malbrila
🔗 Intussen was hij toegelopen op een raam waar een mat licht door scheen.
mat	mat	mato
🔗 Terwijl hij op de mat stond met zijn rug tegen de gesloten deur, haalde hij een kleine elektrische lantaarn uit zijn zak.
mat	frosted	malpolurita
mat (vermoeid)	wearily ; tiredly	lace
🔗 „Ja”, zei heer Bommel mat.
mat (schaakmat)	checkmate ; mate	ŝakmato

Nederlands	Engels
matheid	⇆ dimness; ⇆ dullness; ⇆ languor; ⇆ lassitude; ⇆ weariness
mat	⇆ colourless; ⇆ dead; ⇆ dim; ⇆ dimmish; ⇆ dull; ⇆ faint; ⇆ flaggy; ⇆ flat; ⇆ languid; ⇆ languidly; ⇆ languorous; ⇆ languorously; ⇆ mat; ⇆ mate; ⇆ spent; ⇆ frosted; ⇆ tired; ⇆ weary; ⇆ checkmate