Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord mat

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
mat‐
(mat)
frosted
malpolurita
(moe; moede; vermoeid);
🔗 Heer Bommel voelde zich enigszins mat.
(dof)
🔗 Intussen was hij toegelopen op een raam waar een mat licht door scheen.
🔗 Terwijl hij op de mat stond met zijn rug tegen de gesloten deur, haalde hij een kleine elektrische lantaarn uit zijn zak.
frosted
malpolurita
(vermoeid);
🔗 „Ja”, zei heer Bommel mat.
(schaakmat)
checkmate
;
bath mat
doormat
(grasveld)
lawn
🔗 En terwijl de edelman geschokt terugtrad, werden de beide knechten met grote kracht door het venster op de grasmat geworpen.
(moeheid; vermoeidheid; vermoeienis)
weariness
languor
measure
(afmeten; opmeten; opnemen; roeien; uitmeten)
🔗 Ik moet wel wat meten en enkele berekeningen maken.
(mat)
checkmate
;
🔗 Julie stond schaakmat.

NederlandsEngels
mat checkmate; colourless; dead; dim; dimmish; dull; faint; flaggy; flat; frosted; languid; languidly; languorous; languorously; mat; mate; spent; tired; weary
mat zetten mate; stymie
zijn matten oprollen pack up
badmat bathmat; bath mat
deurmat doormat
grasmat turf; sward
kokosmat coconut matting; coconut mat; coir matting
matglas ground glass; frosted glass; milk glass
matheid dimness; dullness; languor; lassitude; weariness
matteklopper carpet‐beater
mattenbies bulrush; mat‐rush
mattenmaker mat‐maker
meten gauge; girt; girth; measure; measuring; mete; meter; stand
rietmat reed mat; rush mat
schaakmat checkmate; mate
stromat straw mat
vloermat floor‐mat
voetmat foot‐mat; doormat