Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord mansoor

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
asarabacca
(echtgenoot)
🔗 Hij en Minerva leefden nu als man en vrouw.
(kerel; manspersoon; vent);
🔗 Hebt u deze man vermoord?
(hengsel)
🔗 Hij vond wat bordjes en kopjes zonder oor, maar geen geld.
🔗 In hun oren dreunt nog het orgel.
🔗 Toen hij zijn oor bij de opening bracht, kon hij duidelijk de stem van heer Ollie horen.

NederlandsEngels
mansoor hazelwort
man chap; hand; he; husband; jack; male; man; troops; foot
oor ear; handle; lug; lughole; dog’s‐ear