Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord maneschijn
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(maanlicht) | ; | |
🔗 Op een mooie avond in de lente wandelden Tom Poes en heer Bommel een beetje in de maneschijn. | ||
🔗 De maan was nog niet op. | ||
(maand) | ||
🔗 „Drie of vier manen geleden”, zei hij, „jaagde ik in de Koele Holen, een plaats die je je nog wel zult herinneren.” | ||
(glans) | ||
; | ||
🔗 Het had er alle schijn van. |
Nederlands | Engels |
---|---|
maneschijn | ⇆ moonlight; ⇆ moonshine |
het is niet alles rozegeur en maneschijn | ⇆ life is not a bed of roses; ⇆ life is not all cakes and ale; ⇆ life is not all beer and skittles |
maan | ⇆ moon |
schijn | ⇆ appearance; ⇆ colour; ⇆ glimmer; ⇆ glimmering; ⇆ guise; ⇆ make‐believe; ⇆ pretence; ⇆ semblance; ⇆ shadow; ⇆ show; ⇆ shine; ⇆ pretext |