Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord luieren
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(lummelen) | idle | |
(lanterfanten) | ||
🔗 Na enkele maanden thuis te hebben geluierd, ging ik naar Eton. | ||
; idle | ||
🔗 Zijn Russen lui? | ||
(lieden; mensen; volk) | ||
🔗 Rijke lui zoals u hebben het moeilijk, meneer. | ||
lazily | ||
🔗 Achter de balie stond een leunstoel, en daarop lag een jongen van vijf‐, zestien lui uitgestrekt, | ||
(gerieflijk; gemakkelijk; geriefelijk) | accommodative ; ; | |
🔗 Hij bracht de rest van de nacht door op de luie stoel. |
Nederlands | Engels |
---|---|
luieren | ⇆ be idle; ⇆ idle; ⇆ laze; ⇆ lie about; ⇆ lie around; ⇆ lollop; ⇆ lounge |
geluier | ⇆ idling; ⇆ lazing; ⇆ laziness |
lui | ⇆ slothful; ⇆ sluggish; ⇆ bods; ⇆ crowd; ⇆ idle; ⇆ idly; ⇆ lazily; ⇆ lazy; ⇆ otiose; ⇆ remiss; ⇆ people; ⇆ folks; ⇆ comfy |
luierstoel | ⇆ easy chair |
verluieren | ⇆ drone away; ⇆ idle away; ⇆ laze away |