Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord losser

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(vrij)
🔗 Mira liet de hond los.
(vrij)
loza
(luchtig; mul)
loose
(slap);
malstreĉa
(vrij)
loose
;
malstreĉita
loose
nefiksita
(afladen; uitladen)
unload
🔗 Straks zou hij de aanhanger wel lossen en in het pakhuis zetten, evenals de auto, die hij zolang om de hoek had gezet.
;
unleash
; ;
(afvuren; afschieten)
discharge
;
🔗 De dag was al half verstreken toen ze plotseling opschrok van een geweerschot, dat op korte afstand voor haar uit werd gelost.

NederlandsEngels
losser unloader
los casual; clear; cut; detached; disconnected; disengaged; disjointed; dissolute; fly‐away; free; gay; lax; light; loose; lynx; unstuck; slack; unattached; detachable; easy; informal; loosely
lossen discharge; disembark; fire; land; unlade; unload; unship; volley