Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord leerling

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
; ;
trainee
🔗 Ik was kleiner dan sommige van mijn leerlingen en ook jonger.
(interne leerling)
🔗 Dat heeft mijn vader mij geleerd en daar houd ik mij aan.
(bijbrengen; onderrichten; onderwijs geven; onderwijzen)
🔗 En zou je me dan magie leren?
(aanleren)
🔗 Ik moet hun taal leren spreken.
(onderwijzen)
🔗 We zullen hem leren dat men in dit land zachtmoedig en aardig tegen zijn naaste moet zijn!
(lederen)
🔗 Een lang zwaard hing in een leren schede aan zijn gordel.
🔗 Dat heb ik van jou geleerd, pa.
(bijbrengen)
🔗 Hij herinnerde zich het rijm dat Tom hem had geleerd.
🔗 Recente gebeurtenissen hebben ons geleerd dat wat de ene dag nog ondenkbaar is, de volgende dag realiteit kan zijn.
🔗 Hij heeft ons zwemmen geleerd.
🔗 Ze weet veel beter dan ik wie van haar leerlingen en oud‐leerlingen de dader zou hebben kunnen zijn.

NederlandsEngels
leerling alumnus; apprentice; catechumen; disciple; improver; learner; pupil; scholar; student; trainee; tyro
ABC‐leerling abecedarian
doopleerling catechumen
kostschoolleerling boarder
leerlingenraad student council
leerlingstelsel apprentice system
leerling‐vlieger aircraft apprentice
leren con; learn; leathern; teach
medeleerling condisciple; school‐fellow; fellow student
oud‐leerling alumnus; old boy; ex‐pupil; former pupil