Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord inbreken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
commit burglary
rompŝteli
🔗 Dan zou hij de volgende ochtend groot misbaar maken en zeggen dat dieven bij hem ingebroken hadden en Caranthes’ eigendom hadden gestolen.
break into a house
eniri perforte
🔗 Ik heb ergens ingebroken.
refract
refrakti
(dóórbreken; stukbreken; verbreken);
🔗 Hij brak de stok in tweeën en gooide de stukken op het vuur.
(afbreken; knappen; stukgaan);
🔗 De deur brak in stukken.
(breuk)
(breuk; fractuur; verbreking);
breaking
refract
refraktiĝi
🔗 We zouden niet willen dat u een been brak.
(binnen; op; te; van; aan); ;
🔗 En zie, daar viel hij in een beerput.
(aan; betreffende; met; naar; omtrent; op; over; van; voor); ; ; ; ;
🔗 De jongens verschillen enigszins in lengte.
(bij; gedurende; onder; met; op);
🔗 In de afgelopen tien jaar hebben ongeveer tweeduizend arbeiders uit heel Europa aan de tunnel gewerkt.
🔗 Het valt te begrijpen dat de inbraak de markies niet onberoerd had gelaten.
🔗 De schatten zijn vannacht gestolen door inbrekers!

NederlandsEngels
inbreken break in; break into a house; burglarize; burgle; commit burglary
er is bij mij ingebroken my house has been broken into
breken smash; smash up; break; break up; breakage; burst; crack; craze; cushion; fracture; knap; part; pry; refract; rupture; sever
in aboard; about; at; in; inside; into; on; within; of; for; to; up
inbraak break‐in; burglary; heist; housebreaking
inbreker burglar; cracksman; housebreaker; picklock