Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord huissleutel

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
house‐key
domŝlosilo
🔗 Ik neem de huissleutel wel mee.

NederlandsEngels
huissleutel front‐door key; house‐key; latchkey