Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord geslachtsnaam
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(generatie) | ||
(stam; volksstam) | ; race ; ; ; | |
🔗 Zijn geslacht regeerde tot 1319. | ||
🔗 Vrijwel alle geslachten komen van nature voor in Noord‐Amerika. | ||
(kunne; sekse) | ; | |
🔗 Mensen kunnen er sinds 2006 ook met iemand van hetzelfde geslacht trouwen. | ||
sexual organ | ||
🔗 De bandiet had zijn broek laten zakken, was voor haar neergeknield en was nu bezig te voelen waar hij zijn monumentale geslacht bij haar naar binnen moest brengen. | ||
🔗 Verder geeft het de betekenis der woorden, hun meervoud, accent en geslacht. | ||
; ; | ||
🔗 Hebt u hun namen gehoord? | ||
(faam; reputatie; roep) | reputation | |
🔗 Dat geeft me een slechte naam. | ||
(benaming) | ||
🔗 „De bevrijding van Artëmovsk gaat door”, zei hij, waarbij hij de naam uit het Sovjettijdperk voor Bachmut gebruikte. |
Nederlands | Engels |
---|---|
geslachtsnaam | ⇆ family name; ⇆ genus; ⇆ surname |
geslacht | ⇆ brood; ⇆ clan; ⇆ descent; ⇆ family; ⇆ gender; ⇆ generation; ⇆ genus; ⇆ kin; ⇆ lineage; ⇆ parentage; ⇆ race; ⇆ sex; ⇆ species; ⇆ stock; ⇆ strain; ⇆ butcher’s meat |
naam | ⇆ appellation; ⇆ appellative; ⇆ denomination; ⇆ designation; ⇆ fame; ⇆ moniker; ⇆ name; ⇆ reputation; ⇆ repute |