Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord gegeven

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
data
;
impart
; ; ; ; ;
🔗 Gij gaaft het al.
🔗 Hoeveel geef je voor deze jas?
(opleveren)
🔗 Het gras op de weide verdorde en de koe gaf geen melk.
(schenken)
(aangeven; verlenen; uitbrengen)
🔗 Geef me vijf minuten.
(opbrengen; bieden);
🔗 De hemel geve dat het zo is.
🔗 Hadden ze hem de taak gegeven ons te vertellen wanneer we zouden vertrekken?
(toebrengen)
🔗 Waar kan ik een feest geven?
🔗 De meeste prikken kunnen de eerste 2 dagen koorts geven.

NederlandsEngels
gegeven datum; fundamental idea; given; subject
in de gegeven omstandigheden in the circumstances; as things are; under the circumstances
gegevensbestand file
gegevensverwerking data processing
geven afford; allow; bestow; catch; convey; deal; deliver; emit; fetch; give; give forth; give out; giving; hit; impart; mete out; pass; present; put; put on; render; return; spare; yield; run; take; make a present of; present with; produce; hand; volunteer