Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord bout

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
(schenkel)
🔗 Tomas legde de bout die hij in zijn handen hield, terug op zijn bord.
(strijkbout; strijkijzer)
(kwareel)
(eend; eendvogel);
duck meat
(klinknagel)
rivet
(klinknagel; kram; nietje)
staple
;
rivet
soldeerbout
soldering‐bolt
;
soldering‐iron
strijkbout
(bout; strijkijzer)
flat‐iron

NederlandsEngels
bout bolt; drumstick; gigot; haunch; heater; iron; leg; pin; pintle; quarrel; quarter
à bout portant point‐blank
je kunt me de bout hachelen! go climb a tree!
ganzebout goose drumstick
kalfsbout joint of veal
keilbout cotter bolt
lamsbout gigot; leg of lamb
moerbout nut bolt
reebout haunch of venison
schapebout gigot; leg of mutton
schroefbout male screw; screw‐bolt
soldeerbout soldering‐iron; soldering‐bolt
strijkbout flat‐iron; heater